De data in!
Data, data en nog eens data: in het huidige onderwijs wordt volop data verzameld. Dat is maar goed ook, want anno nu is data hét sturingsmiddel voor het onderwijs, concluderen deelnemers van de ONA-onderzoeksscholen tijdens een bijeenkomst in februari.
Tijdens de bijeenkomst gaan de vier ONA-onderzoekscholen – de Alan Turingschool, De Driemaster, Wereldwijs en Pro Rege – met elkaar en met onderzoekers in gesprek over het gebruik van data. Weten hoe je als school goed en veilig met data omgaat, is immers cruciaal. Welke data heb je nodig om je aannames te testen, en welke niet? Meet de data wel wat je beoogt te meten? Zijn gegevens betrouwbaar en van goede kwaliteit? Te midden van de enorme berg beschikbare data kan het een uitdaging zijn het overzicht te behouden en je niet in de berg te verliezen.
Eerst nemen de aanwezigen de NCO-rapportages onder de loep. NCO-coördinator Carla Haelermans (Universiteit Maastricht) legt uit hoe rapportages enerzijds input leveren waarmee onderwijsonderzoek verbeterd kan worden, en anderzijds onderzoekslasten van scholen verminderen en informatie aan deze scholen teruggeven. De resultaten van de rapportages zijn vooral bedoeld als kickstarter van een gesprek op school. Ook tijdens deze bijeenkomst vormen ze het startpunt van een interessante uitwisseling over de interpretatie van data.
Het tweede deel van de bijeenkomst staat in het teken van de zogeheten datateam-methode en wordt verzorgd door Kim Schildkamp (Universiteit Twente), oprichter van de methode. Na een uitgebreide uitleg over de werkwijze, gaan de scholen zelf in datateams aan de slag. In deze ONA-datateams worden aan de hand van data mogelijke oorzaken van problemen gedefinieerd. Een zeer waardevolle exercitie, vinden de deelnemers. Ze lijken het erover eens dat data-analyse op een gestructureerde wijze in het onderwijs ingebed moet worden.
Waar alle ONA-onderzoeksscholen het sowieso unaniem over eens zijn, is dat kennis over het gebruik en de interpretatie van data essentieel is om het onderwijs in Amsterdam blijvend te verbeteren. En dat het minstens zo belangrijk is om deze kennis met zoveel mogelijk andere scholen te delen!