Tutoring
Gericht op leerachterstanden in o.a. taal en rekenen
Tutoring wordt gezien als een van de meest effectieve manieren om leerachterstanden in te halen. Bij een tutorprogramma krijgen kinderen intensieve één-op-één of één-op-twee begeleiding van een leraar, onderwijsassistent of getrainde vrijwilligers. Tutoring richt zich in de eerste instantie op het bijspijkeren van de kernvakken zoals taal en rekenen en vindt dagelijks plaats. Tutoring is vaak overigens niet alleen gericht op cognitieve vooruitgang. Het kan ook als doel hebben bij te dragen aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen – bijvoorbeeld zelfvertrouwen, vertrouwen in anderen, zelfcontrole – en hen metacognitieve vaardigheden (‘leren leren’) aan te leren. Tutoring is daarom een veelomvattende interventie die op inzichten uit pedagogische- en cognitieve ontwikkelingstheorieën leunt.
Twee programma’s worden uitgebreid beschreven in de praktijkkaart: High Dosage Tutoring en REACH. Ze kennen verschillen – bijvoorbeeld qua inhoud of uitvoerder – maar ook overeenkomsten – bijvoorbeeld wat betreft intensiteit en training – en geven een goede illustratie van waar je op moet letten als je kiest voor een tutorprogramma.
Meer weten over tutoring?
- Voor een uitgebreide beschrijving zie de toolkit van EEF.
- Voor een ander tutorprogramma’s zie de praktijkkaarten Class Wide Peer Tutoring, NELI en Bouw!
- Voor een meta-analyse naar de effecten van tutorprogramma’s, klik hier.
- Voor: leraren en ander onderwijzend personeel
- Twee succesvolle tutoringprogramma’s
- Rekenen/wiskunde- of taalachterstand
- Kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs