De stille reserve van het VO in Amsterdam

In Nederland kampt het voortgezet onderwijs, met name in grote steden, met een significant tekort aan leraren. Zo is er in een recente meting vastgesteld dat er een tekort is aan 237 voltijdsleerkrachten binnen het Amsterdamse voortgezet onderwijs. De mate van de tekorten verschilt echter zeer tussen de verschillende vakken. Zo liggen de tekorten vooral hoog voor het vak Nederlands en de bètavakken.

Vaak wordt geprobeerd het lerarentekort op te lossen door de focus te leggen op het behouden van huidige leraren en het aantrekken van nieuwe krachten. Leerkrachten aangesloten bij ONA kwamen met een alternatieve aanpak: het terughalen van leerkrachten die eerder het onderwijs uit zijn gestapt. Vanwege hun bestaande certificering en beroepservaring, zou de re-integratie van deze groep potentieel een vlotter verloop kunnen kennen dan het aantrekken van leerkrachten die nog moeten worden opgeleid. Deze groep van voormalige docenten wordt tevens de ‘stille reserve’ genoemd.

Dit rapport richt zich op de stille reserve van Amsterdam in het voortgezet onderwijs en tracht een eerste inzicht te verschaffen in de mogelijkheid om deze groep weer voor de klas te krijgen. Allereerst wordt er een beeld geschetst van de omvang en kenmerken van deze stille reserve. Er wordt gedetailleerd ingegaan op de persoonskenmerken en socio-economische positie, zoals arbeids- en uitkeringsstatus, van de stille reserve. Dit helpt bij het inschatten van welke groepen het meest geneigd zouden zijn om terug te keren, bijvoorbeeld op basis van financiële overwegingen. Daarnaast wordt onderzocht welke mensen uit de stille reserve ervoor kiezen om weer als leraar aan de slag te gaan op een middelbare school in Amsterdam, en hoe hun persoons-, baan- en huishoudelijke kenmerken verband houden met de kans op deze herintreding. Op deze manier kunnen de factoren die deze groep motiveren om terug te keren worden bepaald, wat inzicht biedt in mogelijke interventies om hen weer voor de klas te krijgen